OVERIGE ELEMENTEN


OVERIGE ELEMENTEN     <=terug

(de plaatsing op deze site is in voorbereiding)

Beelden
Vermeldenswaard zijn nog een aantal beelden: voor de preekstoel staat het Heilig Hartbeeld, een ouderwets aandoend beeld, afkomstig uit de houten noodkerk (een moderne versie uit de jaren zestig/zeventig hangt vlak bij het orgel). Achterin de kerk staat een ander ‘ouderwets’ beeld: van de heilige Antonius, ook afkomstig uit de noodkerk.

In de Mariakapel staat een afbeelding van de Madonna met het kindje Jezus, een terracotta van zuster Marie José van de Orde van Augustinessen uit het klooster ‘Stads Gods’ in Hilversum.

En tenslotte de beelden van Jozef en Maria. In het begin stonden er nog twee kleinere beelden. Beide huidige beelden staan op mooie sokkels, uitgevoerd in de stijl van de Amsterdamse School. Het Mariabeeld is in 1928 vervaardigd en was een geschenk van een gever die onbekend wenste te blijven. Het beeld werd op 9 mei 1928 in de kerk gezegend. Het Jozefbeeld is van 1930. Beide sculpturen zijn van de hand van de Haagse beeldhouwer W.A. van de Winkel. De beelden zijn uitgevoerd in Frans Teréë-steen en elk 3 meter hoog en wegen 300 kg. De maker van de in de stijl van de Amsterdamse school uitgevoerde grote sokkels is nog onbekend.

Kandelaars
Een tweede bijdrage van Adolfs wordt gevormd door de 8 kandelaars. Zes voor het hoofdaltaar, aflopend in grootte. Later zijn de twee enorme kandelaars in dezelfde stijl toegevoegd. Sinds februari 1932 sieren zij het altaar. De maker van de kandelaars is ‘de heer H. Leerentveld uit de Strijensche straat’. De kandelaars zijn in de geest van het middenstuk ontworpen en zijn een symbolische weergave van het visioen van de profeet Ezechiël van de heilige wateren die uit de tempel vloeien en een voorafbeelding zijn van Christus’ genadegaven. De vissen die in het water zwemmen stellen de ware christenen voor. De kandelaars zijn gemaakt van gedreven koper, gesmeed koper dat verzilverd is en gegoten brons. De meeste aandacht moet naar de witte kaarsen uitgaan; de kandelaars zijn daarom eenvoudig en donker gehouden: sober, origineel en praktisch (de grote schaal voorkomt overvloeien van kaarsvet). Bijkomend voordeel van de donkere kandelaars was dat deze zo beter afstaken tegen de heldere liturgische kleuren op de achtergrond.
De bijpassende tiara en het crucifix zouden later worden gemaakt.

Tussen hoofdaltaar en triomfboog
1) In januari 1927 hing tegen achterwand een groot schilderij van Maria (afkomstig uit houten noodkerk, en eerder geschonken door de Frankelandse parochie). Op het altaar stonden 6 kleine kaarsenstandaards;
2) later werd het schilderij vervangen door een groot liturgisch gordijn dat de gehele achterwand afsloot. Op het altaar nog steeds de 6 kleine kaarsenstandaards. Geen zijaltaren, oude beelden van Maria en Jozef-met-kind.
3) In mei 1928: nieuw beeld van Maria (in 1930 nieuw beeld van Jozef-met-kind)
4) In 1929/1930: beschildering boven triomfboog (Adolfs)
5) In 1932: zes grote donkere kandelaars (Adolfs)
6) bijpassende krans en tiara op het tabernakel
?) twee zeer grote donkere kandelaars
?) grote godslamphouders aan binnenzijde triomfboog

Andere beelden: het beeld van de H. Antonius met kind stond eerst in houten noodkerk, later op een sokkel tegen de achterwand, linksboven de hoofdingang, Nu bij de rechter zijingang (vanaf het altaar gezien).
Onduidelijk is of het aloude H.Hartbeeld (uit noodkerk) rechtsboven de ingang stond. Of stond daar een beeld van Liduina?

(de plaatsing op deze site is in voorbereiding)

<=terug

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *