– Liduina – datum feestdag


LIDUINA – DATUM FEESTDAG     <=terug

Begin jaren dertig schreef pastoor H.B.J. Warnink, de eerste pastoor van de Heilig Hartkerk, een verhandeling over moeilijkheden rond de datum van de feestdag van Liduina, oorspronkelijk 14 april. Sinds 1974 is de officiële feestdag van Liduina verplaatst naar 14 juni. In de Liduinabasiliek wordt het Liduinafeest gehouden op de 2e zondag na Pasen.

DE FEESTDAG VAN DE H. LIDUINA 14 APRIL

WAAROM DEZE FEESTDAG ZOO DIKWIJLS WEGVALT

door H. B. J. Warnink, Pastoor

 

Aan een ieder is het bekend, dat de H. Liduina den 14en April is gestorven, dat dus haar feestdag op dienzelfden datum valt, of liever zou moeten vallen. En toch is dit niet altijd het geval. Om dit eenigszins te begrijpen, moet men een weinig thuis zijn in de rubrieken of voorschriften, welke de Kerk geeft omtrent de feestviering der verschillende gedenkdagen. Nu zoovele geloovigen een missaal gebruiken, zal het niet zoo moeilijk zijn wat nu volgt te begrijpen.

Het feesteigen der Heiligen is dat gedeelte van het Missaal, waarin de veranderlijke gebeden staan aangegeven, welke aan de feesten der Heiligen eigen zijn. Die feesten zijn niet alle van denzelfden rang. Men onderscheidt ze in dubbele feesten (duplex), half-dubbele feesten (semi-duplex) en enkele feesten (simplex). De dubbele feesten worden weer verdeeld in dubbele feesten van eerste klas, dubbele feesten van tweede klas; hoogdubbele feesten (duplex majus) en gewoon dubbele feesten, ook wel genoemd duplex minus. Zooals de aandachtige lezer wel zal bemerkt hebben, is er dus een zekere rangorde in de feestdagen. Hoe staat het nu met den feestdag van de H. Liduina?

Waar de H. liduina titelfeest is van een kerk (om ons bij het bisdom Haarlem te bepalen in de St. Liduina-kerken te Schiedam, te ’s-Gravenhage, te Haarlem, te Hillegersberg en in de Kapel van huize “St. Liduina” te Warmond) wordt die feestdag gevierd als dubbel 1ste klas met octaaf.

In de stad Schiedam (met uitzondering echter van de kerk, waar de H. Liduina titelfeest is – Frankenlandsche Kerk -) wordt de feestdag van de H. Liduina gevierd als dubbel 2de klas.

In de overige kerken van het Bisdom wordt die feestdag gevierd als gewoon dubbel (duplex minus).

Nu is er een rubriek welke aldus luidt: Indien een feestdag van 1ste of 2de klas in de goede week of in de Paaschweek valt, dan wordt de viering van dat feest verzet na het Paaschoctaaf.

Valt echter een feestdag van gewoon dubbel in de goede week of in de Paaschweek, dan wordt die feestdag in dat jaar geheel overgeslagen op Witten Donderdag, Goeden Vrijdag, Paasch-Zaterdag, 1sten, 2den en 3den Paaschdag; op de overige dagen krijgt dat feest alleen maar een gedachtenis in de getijden en in de H. Mis (op Palmzondag alleen maar in de getijden. Zulk eene gedachtenis noemt men commemoratio of memoria. Ditzelfde ziet men ook geschieden op alle Zondagen door het jaar. De heiligenfeesten, die geen 1ste of 2de klas zijn, worden dan eenvoudig dien dag gememoreerd.

Laten wij het voorafgaande nu eens toepassen op den feestdag van de H. Liduina.

Zooals aan een ieder bekend is, valt de 14e April dikwijls in de goede week of in de Paaschweek. In zulk een geval wordt de feestdag van de H. liduina verzet na het Paaschoctaaf in die Kerken, waar het titelfeest is (dubbel 1ste klas), en in de  geheele stad Schiedam, waar het (met uitzondering van de Frankenlandsche Kerk) als dubbel 2de klas moet gevierd worden. Doch in de overige kerken van ons Bisdom valt die feestdag dat jaar geheel weg, of wordt die feestdag hoogstens gememoreerd in de getijden en in de H. Mis met een zoogenaamde tweede oratie. Om dit nog duidelijker te maken een enkel voorbeeld: het feest van St. Liduina zal b.v. vallen op Maandag in de goede week; dan zijn de getijden en de misgebeden van de goede week in paarse kleur, en krijgt de H. Liduina een enkele Oratie daaraan toegevoegd; of het feest van de H. Liduina valt in een bepaald jaar op Goeden Vrijdag; dan valt dat feest in dat bepaald jaar geheel weg.

Nu zult ge misschien vragen: gebeurt dit dikwijls? En dan antwoord ik: ja, vrij dikwijls. Laten we eens een willekeurig getal nemen, b.v. 25, en dat getal verdeelen we over de jaren 1915-1939, dan zien we dat de feestdag van de H. Liduina 13 maal in de goede week of Paaschweek valt en twee maal op een Zondag na het Paaschoctaaf. Van de 25 maal valt dan dat feest 15 maal weg en wordt het dus maar 10 maal met eigen getijden en eigen misgebeden gevierd. Laat ik er nog bijvoegen, dat in het jubeljaar 1933 de feestdag van de H. Liduina op Goeden Vrijdag valt.

Nu weet ik wel: dit alles levert geen bezwaar op voor die kerken, waar St. Liduina titelfeest is, en ook niet voor de stad Schiedam; immers daar wordt de feestdag altij verzet, als de goede week of de Paaschweek een beletsel is, doch het blijft waar: in de overige kerken van het Bisdom zal deze feestdag dikwijls wegvallen, wat velen met mij jammer zullen vinden.

Tenslotte een vraag: zou de vereering van de H. Liduina in ons Bisdom al zoo groot zijn, dat personen, die daartoe bevoegd zijn, een eerbiedig verzoek aan de Kerkelijke Overheid zouden kunnen doen om aan den feestdag van de H. Liduina een hoogeren rang te verleenen, waardoor tevens zou worden voorkomen, dat deze feestdag zoo dikwijls wegvalt? Dit te beoordelen laat ik liever aan anderen over. Toch mag ik met een wensch deze korte bijdrage wel besluiten: moge dit schoone tijdschrift, hetwelk reeds zijn weg gevonden heeft in zoovele huisgezinnen, het zijne er toe bijdragen, dat de vereering van de H. Liduina meer en meer toeneme, niet alleen in het Bisdom Haarlem, maar over gansch ons Vaderland.

 

(Uit: SANCTA LIDUINA, gewyd aan de voorbereiding van het Ve Eeuwfeest., nummer 7 (15 April 1932), p.113-114. Uitgave Sint Liduina-Comité.)

 

 

<=terug

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *