– Eerste klokken in S´dam 1947

<=terug   [jubilea]   verder=>

EERSTE KLOKKEN IN SCHIEDAM 1947

In de winter van 1942/1943 (waarschijnlijk in november 1942) zijn de klokken door de Duitse bezetter gevorderd ten behoeve van de oorlogsindustrie. In de notulen van de kerkbestuursvergaderingen die tijdens de oorlog zijn gehouden, is er niets over terug te vinden. Pas na de oorlog wordt er over de klokkenroof geschreven.
Over de omstandigheden van de roof zijn verschillende verhalen in omloop. In sommige lijstjes wordt de H.Hartkerk helemaal niet genoemd als één van de kerken waarvan de klokken zijn geroofd. In een ander lijstje wordt van één geroofde klok melding gemaakt. Misschien houdt dit laatste verband met een bewering van een oudere parochiaan dat de Duitsers tijdens de roof een klok kapot hebben laten vallen en die daarna hebben achtergelaten.

Zeker is dat onze parochie voor de oorlog minimaal twee luidklokken had, en direct na de oorlog geen enkele. Onduidelijk is of er twee of drie klokken uit de toren zijn gehaald. Er zijn namelijk nog geen bewijzen gevonden dat de parochie een derde luidklok, een Angelusklok, heeft gehad. In 1926 zijn twee luidklokken aangeschaft, ondanks herhaald aandringen van de fabrikant om direct een derde te bestellen. “dat klinkt toch veel mooier”. Per boot zijn er twee klokken uit Londen in de Gorzen aangekomen. Niet bekend is of deze derde klok er later toch is gekomen. Omdat verschillende parochianen er zeker van zijn dat er voor de oorlog drie keer per dag het Angelus werd geluid, kan dit betekenen dat dit op de Mariaklok gebeurde. Bij deze klok hangen namelijk twee hamers, waarvan er één nog in gebruik is om op de hele en halve uren te slaan. De tweede hamer doet momenteel geen dienst (meer) en kan vroeger verbonden zijn geweest met het Angelusslagwerkgedeelte van het torenuurwerk.

Door inspanningen van pastoor Ruigewaard, beschikte de H.Hartkerk als eerste Schiedamse kerk over naoorlogse klokken. Hieronder zijn passages opgenomen uit kerkbestuursvergaderingen, het Registrum Memorialis (oftewel het parochieboek), Sursum Corda en plaatselijke kranten over de inspanningen na de oorlog voor nieuwe klokken.

Pastoor Ruigewaard schrijft in 1945 op pathetische wijze over het gemis der klokken
– Maar een schaduw gaat er toch nog over onze parochie. Wij zullen niet gewekt worden door de sonore klanken van onze mooie klokken. Hij, onze forsche toren, zal daar in dien heiligen nacht staan als een lichaam zonder ziel, als een mensch, die de spraak heeft verloren. Hij zal nog niet mee kunnen jubelen in dien nacht der nachten. Hij zal daar nog staan als een eenzame, die rouwt om het verlies van zooveel. Heb geduld, gij sterke reus, eens zal de dag ook voor u aanbreken dat gij weer meezingt met uw machtige stem. Ja eens zult gij weer begeleiden onze vreugde en zult gij verhoogen onze blijheid en zult gij weer meeklagen met ons als wij uitdragen die ons dierbaar waren naar hun laatste rustplaats onder het hoopvolle kruis. “Maria” en “Petrus” zullen eens weerkeeren en u de spraak hergeven. Wij zullen dan met de parochianen de vlag uitsteken om uw vreugde.
 (Sursum Corda, december 1945)

Regelmatig berichtte pastoor Ruigewaard over de stand van zaken m.b.t. te klokken. Soms in een enkele regel, soms uitgebreider.
– Van de klokken …….. nog geen verder nieuws! (Sursum Corda, 1e jrg., nr.48, 5-10-1946)

– Van ONS KLOKKENFRONT nog geen nieuws. De voorbereidingen zijn in volle gang! Het offensief zal spoedig, naar wij hopen, losbreken. Troost u, het is een vredelievend offensief! (Sursum Corda, 1e jrg., nr.52, 2-11-1946)

En in het begin van 1947 vervolgt pastoor Ruigewaard:
– Onze klokken moeten hoog nodig komen, die zullen, naar wij vertrouwen, de menschen tijdig waarschuwen, wanneer het lof begint. Ik verlang intens naar die goede helpers. Hun machtig geluid zal de slapers en droomers wekken en roepen met hun klare stemmen. Zij mogen niet lang wegblijven. Ik heb de gieters nog eens laten waarschuwen dat zij haast moeten maken met hun werk. Ik heb hoop op spoedige vervulling van ons aller wensch.

– ONZE KLOKKEN. Ik heb weer een brandbrief geschreven aan de firma die onze klokken zal leveren. Wanneer komen ze nu? U hebt beloofd dan en dan komen ze, maar ze zijn er nog niet! Geef nu eens een datum op, waarop wij ze kunnen verwachten. Het antwoord kwam.
“De abnormaal strenge winter heeft ons geheele leveringsprogramma in de war gestuurd.
Aangezien het leem, dat voor de klokkenvormen gebruikt wordt, bij strenge vorst niet verwerkbaar is, ligt het gieterijbedrijf te Heiligerlee practisch sinds half December al stil, en hebben wij al dien tijd geen klokken kunnen afleveren. Wij kregen juist heden van onze gieterij bericht, dat men weder met het werk begonnen is en trachten zal den achterstand zooveel mogelijk in te halen. Het zal dus vermoedelijk wel medio 1947 worden voor uw klokken gereed kunnen zijn.”
Ziedaar het bericht van de firma. Het is wel jammer dat alles zoo langzaam gaat, maar, parochianen, houdt nog even uw geduld, zij komen en wij houden de zaak warm.

Pastoor Ruigewaard heeft de komst van de klokken niet meer als pastoor van de Gorzenkerk kunnen meemaken. Op 10 oktober 1947 vertrekt hij naar een andere parochie en wordt opgevolgd door pastoor Raaffels, die de vruchten mocht plukken van de inspanningen van zijn voorganger:
– Deze week ontving ik bericht dat de klokken klaar zijn en door de klokkenraad zijn goedgekeurd. Ze worden nu in de fabriek aan de luidassen bevestigd en zullen dan hierheen worden gebracht. Over de “intocht” onzer klokken hoop ik u dus spoedig te kunnen inlichten. (Sursum Corda, 3e jrg., nr.107, 15-11-1947)

Eind november kan pastoor Raaffels zijn parochianen het volgende berichten:
– Onze KLOKKEN komen Zaterdag 6 December aan, waarschijnlijk tussen 12 en 2 uur. Zij zullen worden gewijd en de volgende week worden geplaatst in de toren. De Gorzen zal met Kerstmis feestelijk ´t Kerstfeest inluiden.
PLECHTIGE KLOKKENCONSECRATIE
Zondag 7 Dec. zal des avonds om 5.30 uur – de plechtige klokkenconsecratie plaats hebben. De plechtigheid geschiedt door de Hoogeerw. heer deken, terwijl pastoor C. Ruigewaard tegenwoordig zal zijn. Hij die zo geijverd heeft om deze klokken te krijgen, mag niet ontbreken.
De plechtigheid kan worden gevolgd in boekjes die te koop worden aangeboden à 10 cent.
Ik nodig alle parochianen uit bij deze mooie plechtigheid aanwezig te zijn. De dienst van Gemeentewerken heeft mij medewerking toegezegd om met zwaar materiaal onze klokken voor de wijding op het priesterkoor te plaatsen.
De wijding der klokken bestaat uit:
1e. Het bidden van enkele psalmen;
2e. De “klokkendoop”,
    a. het water wordt gewijd;
    b. de klok wordt gewassen. Onder deze wassing worden psalmen gezongen, waarin tot uitdrukking komt de lofprijzingstaak van de klokken;
3e. De zalvingen.
De klokken worden gezalfd met H. Chrisma.
Men ziet, dat de taak der klokken zo verheven is, dat zij door een bijzondere wijding tot hun bestemming worden geheiligd.
De mooie plechtigheid der klokkenwijding dagtekent uit de achtste eeuw.
Niemand mag ontbreken bij deze plechtigheid.
(Sursum Corda, 3e jrg., nr.108, 29-11-1947)


Klokkenconsecratie op 7 december 1947, met v.l.n.r. “Maria”, pastoor Raaffels en “Petrus”.

In het Registrum Memoriale (het “grote boek” van de parochie) tekent Raaffels het volgende op:
– 6 december 1947: “De nieuwe klokken arriveren om 4 uur en worden op het priesterkoor op stellages getakeld. Het materiaal daarvoor is door de Gemeente Dienst Openbare Werken ten gebruike gegeven”

– 7 december 1947: “Onder grote belangstelling had heden om 6.30 de consecratie plaats van de klokken. Alzo geschiedde door deken R. Reijnen, geassisteerd door Rector C. Campfens en Kap. J. Franse. Pastoor Raaffels en Kap. Joh. Langemeijer assisteerden bij de wassingen. Na afloop hield de Deken een toespraak tot de gelovigen. De klokken zijn besteld bij de firma Jongerius. De gieters zijn: gebr. v. Bergen te Heiligerlee. De dispositie van de klokken: a1, b1.
Klok I Petrus a2-½ bovenoctaaf, c2-1½ kwint, e2-1 terts, a1-0 prime, a 0 onderoctaaf.
Klok II Maria b2-0 bovenoct., fis2-0 kwint, d2+½ terts, b1 0 prime, b 0 onderoctaaf.
Duur van uitklinken is seconden Kl I ± 55, Klok II ± 50.
Gewicht Klok I 475 K.G., gewicht Klok II 350 K.G.
Diameter is centimeters I 71, II 82.
De opschriften zijn gemaakt door dhr. J. de Bruin en Pastoor C. Ruigewaard.
I Petrus. Ad quem ibimus: verba vitae habes.
II Maria. Laudo matrem omnium matrum et virgo viginum cunctarum
De fout “Virgo” is een jammerlijke vergissing.”

– 18 december 1947: “De klokken zijn in de toren geplaatst. De electrische luidinstallatie wordt morgen, 19 Dec. geïnstalleerd. Onder veel belangstelling zijn de klokken buiten om den toren naar boven geheschen door monteurs van de firma Jongerius uit amersfoort. De firma v.d. Hoeven uit Schiedam legde de electr. kabels aan. De timmermans- & metselaarszaak Th. Kreuger assisteerden bij het werk.
De aanleg van de electr.luid.installatie is geheel geschonken door Chr. v.d. Hoeven. Broersvest 88. Het bedrag was f 520,-.”

In de aanloop naar Kerstmis laat pastoor Raaffels in zijn “parochiepraatje” in het om de twee wweken verschijnende Sursum Corda, het volgende weten:
Men is druk bezig met de luidinstallatie aan te leggen voor onze klokken. De klokken hebben de namen Petrus en Maria. De Petrus-klok weegt 475 kilo en draagt als opschrift: Petrus. Tot wien zullen wij gaan, gij hebt de woorden van het leven.
De Mariaklok weegt 350 kilo en heeft als opschrift: Maria. Ik prijs de moeder aller moeders en de maagd aller maagden.
De Petrus-klok is pl.m. 91 diameter in centimeters en de Maria-klok pl.m. 82. Zij zijn gegoten door de gebr. Van Bergen te Heiligerlee en geleverd door de firma Jongerius uit Amersfoort. Flinke werkers uit onze parochie hebben zo juist de klokken op de stellingen gezet. Het zijn onze koster met enkele leden van het koor onder leiding van de heer d´Avoird. Het is een zwaar karwei. Ik begin in de termen van de vaklui thuis te geraken. Als de zware klok Petrus aan de takel hangt ga ik eens luisteren of de bink die haar draagt niet gaat “praten”. Neen hoor, alles gaat goed. Pers en persfotograaf doen hun werk. Dorus is geweldig in actie. Je ziet en hoort hem overal.
Te midden van alle drukte komt Sinterklaas rijden! Een groot pakket wordt binnengebracht met lekkernijen voor alle pastoriebewoners, niemand uitgezonderd. Het is een attentie van de “dansclub”. Dank Sinterklaas! Sinterklaas is zo goed! Een envelopje in de brievenbus. Een gift voor de kerk. Ik ben blij, dat de goede Gorzenmensen zo met ons meeleven. Vele kleintjes maken één grote! En die grote hebben wij nodig want wij zijn arm hoor! Als de mieren! Maar vandaag voel ik mij rijk. Wij zijn toch maar de eersten in Schiedam die klokken hebben met Kerstmis!
(OVER DE KLOKKENCONSECRATIE: Pastoor Ruigerwaard heeft voor de klokken gewerkt maar kon wegens familieomstandigheden er niet bij zijn)
(Sursum Corda, 3e jrg., nr.110, 13-12-1947)

De komst van nieuwe klokken in de Gorzenkerk gaat niet voorbij aan de plaatselijke pers. Na een aanloop met vier krantekoppen wordt verslag gedaan van de klokkenconsecratie.
Nieuws uit STAD en OMTREK
Opdat de boze machten sidderen
(bij het artikel is bovenstaande foto opgenomen)
Nieuwe klokken voor de Gorzen
Een feest van kracht
Het schijnt toch werkelijk waar te zijn, dat men zijn bezit moet verliezen om het te waarderen. Zouden wel ooit de symboliek en de betekenis van zingende klokken in de kerktoren zo tot ons zijn doorgedrongen, wanneer we niet de plechtigheden hadden kunnen volgen, die sinds de 8ste eeuw de zegening ervan met haar zinrijke tekst verklaarden. Onze Moeder de H. Kerk kan Haar kinderen op zulke wonderlijke feesten vergasten en het is alleen maar jammer, dat velen zich niet de moeite getroosten om mee te leven door mee te lezen, want pastoor Raaffels had bij de inwijding van zijn nieuwe klokken gezorgd, dat er teksten aanwezig waren.
Wonderlijk feestelijk was het gehele ceremonieel. Allereerst was er de voorbereiding. Een feestelijke aankondiging in Sursum Corda: “De klokken komen Zaterdag tussen 12 en 2 uur”. De jeugdbeweging stond klaar om “Petrus en Maria” in te halen. Patrus van 475 kilo en Maria van 350 kilo. Maar ze kwamen niet. Om 12 uur een telefoontje uit Tilburg, dat de klokken daar gepasseerd waren, na een collega van 2000 kg aan een gelukkige herder in de stad van Willem II te hebben afgeleverd. Eindelijk waren ze er om half 4. Toen was de jeugdbeweging in middels naar huis en kwamen ze met stille trom.
Gemeente Werken had direct de gevraagde hulp aan Pastoor Raaffels verleend; ze hadden daar alleen versteld gestaan over zijn vakkennis van “Rotterdammertjes”, “baddings” en meer dergelijke bouwvak-termen, maar als Pastoor van een parochie van handwerkslieden moet je zo over het een en ander kunnen meepraten.
Over die handwerkslieden had de “bonus pastor van de Gorzen” geen klagen. Een twaalftal timmer- en metselapostelen was al bij de hand om de klokken op de stellingen te zetten, waar zij door de Deken van Schiedam gezegend en gezalfd zouden worden. Twee zware balken, geschoord in het metselwerk van de ramen bleken veilig genoeg om de gevaarten op te vijzelen en nadat er een met een hamer geprobeerd had, of het zaakje ook aan het “praten” ging, wat zoveel wil zeggen, als dat het hout door kraken zwakte verraadt, kon dat gevaarlijk karwei beginnen. En het zouden geen Gorzenaren geweest zijn. als ze met elkaar dat karwei niet piekfijn geklaard hadden.
Alles natuurlijk
En geen wit papier of een laken om de houten stellages, dat vuil op die baddings en die schoren is zo lelijk” – niks van die nonnetjes-angst voor een nette kapel. – Alles mocht fors en mannelijk lelijk zijn als entourage bij die bronzen geweldenaars. (Duur van het uitklinken 55 seconden voor Petrus en 50 seconden voor Maria, stond er bij de officiële gegevens). Na ruim een uur hard werken stonden de nieuwe klokken van de H. Hartkerk voor het priesterkoor en wachtten op hun wijding.
“Laudo Martrem Matrum Omnium et Virginem (door een “drukfout” staat er “virgo”) Virginum cunctarum”. “Ik prijs de Moeder aller Moeders en de Maagd aller Maagden”, zo luidt het opschrift van de klok “Maria” en “Petrus” vraagt: “Ad quem ibimus, verba vitae habas”, “Tot wie zouden wij gaan, Gij hebt de woorden van het eeuwig leven”. Het zijn opschriften, die passen in een legende, zoals ook de plaats, waar zij gemaakt werden, Heiligerlee, een naam is, die past bij de oude wijding, die rond klokken hangt. Van Bergen-Jongerius, klokkengieters, staat op de rand van de klok, waarop de verdroogde klei van de vorm nog sporen achterliet. Moge deze naam nooit versmelten in de hitte, waarin klokspijs wordt ontwaard tot huls van moordend lood.
Het biechtvolk had een eerste blik op de tinbronzen stemmen van de parochiekerk het kerkvolk van de Zondag had bij de koffie stof van praten over de prestatie, die de Gorzen toch maar geleverd had om als eerste kerk in heel Schiedam weer klokken in de toren te hebben, dank zij – ja, dat weten we allemaal wel – het harde en onverpoosde werken van pastoor Ruigewaard, die ze daar in Heiligerlee achter de vodden zat tot zij wel móésten gieten, al was het maar, om van de brieven af te zijn.
Onbegrijpelijk diep
Zondagavond was de kerk druk bezet – nee, vol was het helaas toch niet – toen de Hoogeerw. Deken Reynen met Rector Campfens als diaken, kapelaan Fransen als sub-diaken en Pastoor Raaffels en kap. Langemeijer als assistenten de zegeningsplechtigheid van de klokken begon.
De boetpsalmen zijn een vertolking van ons berouw, dat onze harten moet openen voor God; het klokgelui zal ons daartoe oproepen. De wijding van het water verzinnebeeldt de uitbanning van de duivel. Het zout wordt met het water vermengd en opnieuw zijn er de oude gebeden, die een wereld van rijkdom openen. Men komt onder de indruk van deze gespierde taal, zo begrijpelijk in woorden, maar zo vol diepte in hun betekenis: Wij moesten veel verliezen om dit mooier terug te vinden.
De klokken worden gewassen en wij zingen met de psalmist “Laudate” het “Looft de Heer”, dat de klokken nu weeer dagelijks zullen uitbeieren over Schiedam-Zuid nog voor de mannen daar de deur achter zich dicht trekken met het trommeltje en de blauwe kruik in de tas op weg naar hun werk.
De zalving met olie en Chrisma als teken van heiliging door de H. Geest: “opdat de gelovigen door haar slag ter beloning worden uitgenodigd”. “O, Kerstenhart, wat traagheid let U dan?” schijnen zij te roepen. Met het zingen van het Evangelieverhaal, waarin Jezus aan Martha zegt, dat Maria, zittend en luisterend aan zijn voeten,” het beste deel heeft verkoren, eindigt deze wijding.
De Deken is als Pastoor jaloers, zegt hij in zijn gelukwens tot de parochianen, maar als Deken is hij trots en gelukkig, dat de parochianen van de H. Hartkerk de eersten zijn, die de rijkdom van klokken herwonnen hebben. Hij wil er niet alleen in zien een stem van God tot ons, maar nog meer een vertolking van onze dankbaarheid aan God. Hij hoopte, dat de klokken ertoe zouden bijdragen, dat de kerk steeds meer in de belangstelling zou komen te staan van de parochianen van de Gorzen en dat het godsdienstige en parochieleven zou toenemen in bloei.
Hoe jammer was het, dat oud-pastoor Ruigewaard, die verplaatst werd korte tijd voor de oogst van zijn werk: nieuwe klokken en een nieuw orgel, door familie-omstandigheden zelf niet kon delen in de vreugde van zijn oud-parochianen en hun dankbaarheid, die naast God zeker hem gegolden zouden hebben.

(Maandag 8-12-1947, blz.3 Nieuwe Schiedamsche Courant)

Een andere krant schrijft op dinsdag:

De luidklokken zijn gearriveerd
Voor de geestelijkheid en parochie van de R.K. kerk aan de Lekstraat is het afgelopen weekeinde wel van zeer bijzondere betekenis geweest. Het was n.l. hun kerk, die deze dagen de eerste nieuwe luidklokken ter vervanging van de door de bezetter geroofde, mocht terug ontvangen.
De aankomst en lossing van de respectievelijk 450 en 375 k.g. wegende gevaarten wekte begrijpelijkerwijs veel belangstelling. Zondagavond vond de plechtige inwijding van de “Petrus” en “Maria”-klok plaats door deken R. Reynen, geassisteerd door meerdere geestelijken. Oud-pastoor C. Ruigewaard, de man die na de bevrijding onmiddellijk de klokkenactie op touw zette, was ook aanwezig.

(Dinsdag 9-12-1947, blz.2 Het Rotterdamsch Parool, De Schiedammer)
Pastoor Ruigewaard was helaas verhinderd. Waarschijnlijk was de betreffende journalist niet bij de klokkenconsecratie aanwezig geweest, maar had hij al wel een stukje geschreven.

Alles was erop gericht om de klokken met de Kerstnacht te laten luiden, maar het zat niet allemaal mee…
Pastoor Raaffels: “Wat was het jammer dat door een storing in de electrische installatie onze klokken met de Nachtmis dienst weigerden! Alles was die nacht stichtend. Ons koor zong schitterend en ook hulde aan Eerbied in Gods Huis voor de perfecte regeling. Het was een heerlijk stemmige Kerstnacht.”
(Sursum Corda, 3-1-1948)

Een van de misdienaars bij de Nachtmis vertelt:
Leo Heinsbroek, één van de misdienaars bij de Nachtmis, blikt anno 2008 terug. Hij herinnert zich pastoor Raaffels nooit zo kwaad te hebben gezien als vlak voor die Nachtmis, toen de klokken niet wilden luiden. Dezelfde nacht werd koster Dorus van der Hoeven de toren ingestuurd om weer touwen aan de klokken te bevestigen. Zodat de klokken met de dagmissen van Kerstmis wel over de Gorzen zouden beieren. En de overige Schiedammers met bewondering zuidwaarts zouden kijken: de eerste klokken luidden toch maar in de Gorzen! Hetgeen geschiedde.


<=terug   [jubilea]   verder=>

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *